De eerste winter nadat de jongens zijn omgekomen. Julie is de oudere zus van Tarjei. Ze woont in Oslo en is voor kerst naar haar ouderlijk huis gekomen met haar dochtertje Solveig. Ze verblijven in een bijhuis van de boerderij. Buurman Jon Olav verzorgt de dieren goed. Haar ouders doen niets op de boerderij of in het huis. Ze zitten vooral voor zich uit te staren.
Julie heeft op kerstavond het graf van Tarjei bezocht, bij de kerk.
Nu verlichten de fakkel en de grafkaars samen sneeuwlucht en kerstnevel helemaal beneden in het dal. Jon Olav en ik kijken beiden naar de kerk terwijl we zeggen “daag” en “fijne kerst”. Solveig trekt aan mijn arm, wil naar binnen, naar de pakjes die ze heeft zien liggen onder de kerstboom die ik gisteren heb gehaald.
Ik had me eigenlijk voorgenomen om, als mamma en pappa binnen niet de kerst zouden voorbereiden, Solveig en ik het in ons huisje zouden vieren. Alleen wij tweetjes. Ik wachtte heel december tot mamma zou gaan schoonmaken, tot pappa een boom uit zou zoeken. Toen sloot ik een compromis met mezelf, ik dacht: als ze het maar vragen, zal ik alles regelen. Als ze alleen maar een teken geven dat ze begrijpen dat het bijna kerst is, een teken dat er nog steeds mensen zijn om het mee te vieren en voor te vieren.
Tenslotte kapt Julie zelf een den in het bos, ze maakt de huiskamer schoon en versiert alles. Ook het Tarjei-kerstmannetje en het Julie-kerstvrouwtje zet ze op hun vaste plaats. Hoe zullen haar ouders reageren?
Helga Flatland: Alle vil hjem. Ingen vil tilbake. Roman. Aschehoug, 2011. Het tweede deel in de trilogie.