Eindelijk, hier heb ik me lang op verheugd. De Alberte-romans zijn de favoriete boeken van schrijfster Helene Uri, en ik snap haar goed.
In dit eerste deel woont de ongeveer zeventienjarige Alberte in een stad in het noorden van Noorwegen, die veel van Tromsø heeft, ergens in het tijdperk 1910-1920. Ze is dochter van een notaris. Drie jaar geleden is ze van school gehaald om haar moeder te helpen in het huishouden, en haar familie hoopt dat een geschikte huwelijkskandidaat zich snel aan zal dienen. Maar Alberte is niet mooi en stijf in het sociale verkeer. Ze wil zich veel liever bezighouden met kunst, en eigenlijk wil ze weg, ver weg.
De familie moet zijn stand ophouden. Geld om het huis goed te verwarmen is er niet. Alberte heeft het altijd koud en steelt zo vaak als ze kan ongezien een paar slokken koffie om warm te worden.
Het is met nederigheid dat ik deze vertaling presenteer. Ik worstel bijvoorbeeld met de namen van de traditionele kerstkoekjes. Fattigmann, goro, berlinerkranser, peppernøtter. De meeste Nederlanders zullen niet weten wat voor koekjes dat zijn (peppernøtter zijn iets anders dan onze pepernoten), dus probeer ik ze kort te omschrijven in de lopende tekst. Zo houterig als wat. Maar voetnoten wil ik ook het liefst vermijden. Dus wat dan?
Elke dag eet de wollen duisternis meer van de zwakke schemering. Alle lampen zijn de hele dag aan. Het is vlak voor kerst.
Mevrouw Selmers ontbijtroman is verdwenen. De almanak, een potlood en een receptenboek zijn ervoor in de plaats gekomen. Mevrouw Selmer bladert, noteert en markeert met het potlood, mompelt voor zich uit en trommelt met haar vingers op de tafel: mevrouw Svendsen zegt dat we op eerste kerstdag pasteitjes met ragout krijgen bij de deken, dus dan kunnen wij daar op derde kerstdag niet mee komen, dat is onmogelijk. Ik wilde dat eigenlijk dit jaar voor het vlees doen – vorig jaar hadden we tong met erwten, dus dat gaat ook niet. Oef, wat moet ik verzinnen?
Ze lees voor uit haar notities, voor zichzelf en voor Alberte: wassen op zestien en zeventien december, oliekoekjes de achttiende, wafels, gesuikerde eierkransjes de negentiende, ‘s avonds ham koken, schoonmaak de twintigste, zilver poetsen de eenentwintigste, ‘s avonds de gordijnen ophangen. Peperkoekjes, kerstcake de tweeëntwintigste – nee, ik zie, we moeten dat eerder doen, Alberte, anders krijgen we de planten en de vloerkleden niet naar buiten – drieëntwintigste keuken schoonmaken – jij mag de boom versieren, Alberte –
Mevrouw Selmer peinst, trommelt, mompelt en noteert opnieuw. En Alberte gebruikt de mogelijkheid, neemt kaas op haar eten en meer koffie, terwijl ze antwoordt: – Jazeker – Ja, dat is vast het beste, op de toon waarvan ze uit ervaring weet dat die de beste is als er wordt gepraat over huishoudelijke zaken. Een geïnteresseerde, rustige, vriendelijke toon, die tot op zekere hoogte de zwartheid van haar ziel verbergt en bedekt.
Cora Sandel: Alberte-trilogien. Gyldendal Norsk Forlag- Bokklubben, 2002. Het citaat is uit deel 1, Alberte og Jakob. Als je Alberte in het Noors leest, neem dan deze uitgave. In eerdere uitgaven is flink gerommeld met het origineel van de schrijfster.
Een beschrijving in het Engels van fattigmann, een van de traditionele zeven soorten kerstkoekjes. Het deeg van ei, suiker, tarwemeel, kardemom en cognac wordt gefrituurd in olie of reuzel. Via Wikimedia Commons/Flickr, foto door fru_green
Goro in het Engels. Het deeg van eieren, suiker, room, meel en kardemom wordt in een speciaal goro-ijzer gebakken. Dan krijg je rechthoekige koekjes met een patroon, een soort wafels.
Peppernøtt in het Noors. De Engelse versie legt wel de link naar de Nederlandse Sinterklaaspepernoten, maar ze zijn dus niet helemaal hetzelfde. “Pepernoten” zet naar mijn mening op het verkeerde been, omdat je dan heel on-Noorse Sinterklaasassociaties oproept.
Leuk zo’n adventskalender! Deze trilogie lijkt me wel wat voor de kerstdagen.
Ja, dat is ook mijn plan voor de kerstdagen! Alberte og Jakob heb ik een paar jaar geleden gelezen, nu verheug ik me erg op de twee andere delen. Deel 2 speelt in Parijs, vele jaren later. Ben benieuwd wat maakt dat Alberte uiteindelijk toch weg kan uit haar verstikkende noordelijke stad.