“Moeten we ook eten maken voor Kerstmis?”, vroeg Moomin.
“Vast en zeker”, antwoordde Pappamoomin. “En je hebt blijkbaar een sparrenboom nodig. Ik snap hier helemaal niks van!”
“Het gevaarlijke komt vanavond!” riep Moomin. “Kerstmis komt bijna en hij wordt misschien boos als hij geen boom en iets te eten krijgt!”
“Dam moeten we opschieten”, zei Mammamoomin. “Het schemert al.”
De Moomin-familie ligt heerlijk in winterslaap, totdat er een Hemuul voorbij komt. Waaat, hebben ze nog niets voorbereid, terwijl Kerstmis er bijna is? Geen boom, geen eten, alles een chaos?
De nog slaapdronken Moominfamilie gaat maar snel aan de gang. Die Kerstmis, wie dat ook mag zijn, kun je kennelijk maar beter tevreden stellen.
Het wordt toch nog gezellig en gelukkig komt er geen gevaarlijk monster. Maar als al het gedoe voorbij is, zoeken de Moomins lekker weer hun bedjes op.
Tove Jansson: Jul i Mummidalen. Cappelen, 1997, 4e druk. Vertaling naar het Noors door Espen en Henning Hagerup.
Oorspronkelijk uitgegeven in het Zweeds door Bonnier Carlsen Forlag in 1995.
Is, in elk geval in het Noors, niet meer te koop. Maar staat gelukkig nog wel in de onvolprezen Bardu folkebibliotek.
Hier staat een ander verhaal over kerst in het Moomindal.
En ook nog wat informatie in het Nederlands over de Moomins