Regen, regen sinds de avond
als een beving door de lucht
regen, tot aan het derde uur
ijsgrauw boven daken
tussen de muren en de dode
vlakte van steen
waar grauwe, bruinige sneeuw
langzaam wordt tot leverwater
dus de dode rat wordt zichtbaar
en de sigarettenpeuken en de gebroken kam worden zichtbaar
en de drie lucifers bij de muur worden zichtbaar
en de worstebroodservetjes en het groene
bioscoopkaartje worden zichtbaar
en vormen een magisch figuur, als een sterrenbeeld op water
en verdwijnen in de afvoerbuis met een langzame kreet
en vermengen zich met het piepen van een leeuwerik
die de kinderen vonden in de struiken
en de ogen uitstaken met stokjes
want het is ons.
Vertaling van Rolf Jacobsen: Langfredagsregnet
oorspronkelijk verschenen in de bundel Stillheten efterpÄ, Gyldendal, 1965.
Vertaling: Karin Swart-Donders en Dorine van der Linden
wordt waarschijnlijk nog bijgewerkt.
3 april: langzaam stolt veranderd in langzaam wordt.
en onze veranderd in ons, maar of het daar bij blijft?
14 april: bosjes veranderd in struiken. Klinkt wat prikkeliger, of leg ik er nu te veel in als ik denk dat Jacobsen verwijst naar de doornenkroon? Eigenlijk is krattet een heel neutraal woord.
10 mei: Willem Ouwerkerk vindt sigaretstompen een norvagisme (mooi woord). Hij heeft gelijk, sigarettenpeuken moet het zijn, vergeet die lepralammen.