“Nee, wij gaan allemaal samen met elkaar naar bed”, zei leidster Loes.
Er zijn helaas nog foto’s van dat kamp. Vijftien jaar en in gezelschap op een Drentse kampeerboerderij.
Gewoonlijk was het weekend voor Griekse stamtijden en Duitse voorzetsels.
Nu opeens was ik aan het volleyballen en spooktochten aan het doen, met mij onbekende kinderen en jongeren. En waarschijnlijk ook disco. Gezellig, wa?
Je onttrekken aan de gezelligheid was er niet bij, ook al stond je te tollen op je benen. Pas als iedereen het heel erg lang heel erg leuk had gehad met elkaar, pas dan ging de slaapzaal van het slot.
De Noorse ‘fellesferie’ heeft iets van dat beklemmende gemeenschapsgevoel.
‘Het is lekker weer, dus niet zeuren, zit niet te werken, ga buiten spelen!’ Alles gaat een paar weken op slot. Zelfs de bibliotheek. Kinderen thuis, en van plannen om te schrijven komt weinig. Alles goed en ik ben een zeur en ondertussen geniet ik nu van de vakantie.
Anders is het voor de hoogzwangeren. Ook deze zomer gaan er verloskundige afdelingen op slot. Verloskundigen verplicht op vakantie. Maar worden soms teruggeroepen als de nood hoog is.
Aanstaande ouders moeten zich als het moment daar is haasten naar een ver-weg-ziekenhuis, kronkelige wegen met allemaal campers voor je. Wat een vakantiegevoel.
Eigenlijk raar dat er nog zoveel baby’s ter wereld komen in de zomer.
De gemeenschapszin zou je toch vergaan.