“In de ontmoeting tussen Lindemanns hooggestemde reis op jacht naar de liefde en Hovlands nuchtere beschrijving van eigen ziekteverloop voegt Hovland pijnpunten samen die zelden ter sprake komen. Lichaam en weg smelten samen.”
Zo beschrijft literatuurfestival Ordkalotten (Engels) de roman Ei vinterreise. Pretentieus, vind ik, maar het maakt nieuwsgierig. Schrijver Ragnar Hovland komt volgende week naar Tromsø, vooral omdat deze roman uit 2001 prima past in het thema van dit jaar, ‘Karavaan’. Hij komt dan zowel vertellen als ukelele spelen.
Het is koud en donker. Predikant Lindemann (zijn voornaam komen we niet te weten) heeft een jaar of dertig rondgetrokken om het evangelie te verkondigen, maar weet het nu allemaal niet meer zo met dat geloof en zo. Op een koude en donkere avond is hij in zijn geboorteplaats aangeland met het plan een soort van jeugdliefde, als je het zo kan noemen, op te zoeken. Al gauw ontmoet hij Thomas i Dalen, de cynicus en rouwdouwer, die hem een lift geeft in zijn auto. Even later komt ook tienermeisje Liv erbij. Iedereen wil weg van iets en hoopt iets te vinden in deze reis door een droomachtig, soms onheilspellend landschap.
De spannende ‘roadmovie’ wordt steeds onderbroken door dagboeknotities. Een man vertelt over zijn dagelijkse bezigheden nadat darmkanker bij hem is geconstateerd. Ziekenhuisbezoeken en verder veel boeken, films, muziek, eten en ontmoetingen met andere beroemde schrijvers. Na een tijd wordt duidelijk dat het Ragnar Hovland zelf is die het over zijn eigen ziekteperiode heeft. Of dan toch in elk geval iemand die ook die naam heeft en veel dingen meemaakt die de schrijver ook heeft meegemaakt .
De eerste keer vond ik de dagboeknotities alleen maar een vreselijk saaie, irritante onderbreking. Krabbels van een elitaire ijdeltuit. Nu ik het boek voor de tweede keer lees, begin ik langzaam een verband te zien tussen de beide verhaallijnen. Terugkijken op je leven, spijt over wat je niet gedaan hebt, je afvragen hoeveel tijd er nog is om die alsnog te doen, zonder dat dat zo vaak benoemd wordt. Er is wat troost te vinden in boeken en muziek.
Het is goed te merken dat Hovland naast schrijver ook musicus is. Hij speelt en zingt in de groep ‘Dei nye kapellanane’, die het album ‘Living next door to Alice Cooper’ uitbracht in 1999. Ook in de roadmovie zitten veel verwijzingen naar liedjes, zoals ‘Living Next Door To Alice’. Zelfs onze wat wereldvreemde Lindemann kent dit. Zal hij een nieuwe kans krijgen nadat hij kansen lang geleden om ‘Alice’/ Johanna te benaderen voorbij heeft laten gaan?
De moeite waard om minstens nog een keer te lezen.
Ragnar Hovland: Ei vinterreise. Det Norske Samlaget, Oslo 2001. Kreeg de belangrijke Kritikerprisen, Samlagsprisen (van de uitgever) en de Nynorsk Litteraturpris- de taal werkt inderdaad mee aan het oproepen van een droomsfeer. Voor zover ik weet niet vertaald in het Nederlands.