Bardu Fjelltrim is net weer van start gegaan. Veertien bergen zijn er te beklimmen. Sommige heel geschikt voor gezinnen met kleine kinderen. Andere alleen voor echte diehards (Istind!). Wie acht toppen afstempelt krijgt in oktober een mok met een tekening van een van de bergen. Elk jaar een andere berg. Zo’n rijtje mokken uit verschillende jaren op je werkkamer, dat boezemt ontzag in.
De Holtet is met zijn 533 meter een van de makkelijker bergen. In elk geval is dat de berg waar schoolklassen en ook bewoners van het asielzoekerscentrum (en daar zijn me toch een schommels bij!) geregeld uitjes heen maken. Dus zeer geschikt voor iemand uit een plat land met meer dan een kilo teveel.

Ik heb mijn nieuwe oude kompas bij me, dan kan ik daar steeds even lekker op kijken. Maar er is een pad en bovendien wordt de weg gewezen door rode bordjes op bomen of aan paaltjes. Het lijkt wel een Nederlands bos.
Lentegroen ontvouwen de varens zich. Ook dit jaar is de sneeuw dan toch weer verdwenen. Vrolijk er tussen huppelen. Niet lang daarna wordt het steil. Best wel steil. Ik sjok en puf, sta vaak stil. Het is verrekte steil.
Die schoolklassen, die jagen ze zeker in een keer naar boven? Hoeveel daarvan overleven het eigenlijk?
Wat een gemene rotberg. Gaat dat nou zo door, dan weet ik niet of ik nog doorga.
Dan wordt het opener en vlakker.
Opeens is de top veel dichterbij dan ik dacht. Na nog wat rustpauzes, wat sneeuw die hier toch nog ligt in kuilen en een paar natte schoenen (een myr) bereik ik de varde, een hoopje stenen op de top. Wie langskomt legt er een nieuw steentje bij, maar zo te zien zijn er niet veel mensen geweest. Dit valt wat tegen na de juichende beschrijving: ‘De varde op de top is groot en rond en is bijzonder geschikt als mooi fotomotief’.
En waar is nou die stempelautomaat?
Dan, het duurt even, zie ik dat de tv-mast nog een stuk hoger staat. Dit was maar een foptop. Hoe kom ik daar? Hier had zowel het pad als de rode bewegwijzering wel wat duidelijker gemogen. Mijn kompas is mooi, maar zonder kaart erbij van weinig nut. Toch vrij snel vind ik het pad terug. Ik ben onoverwinnelijk. Ik kom langs een veldje krokstav-emner, boompjes met boeiende kromme vormen.
Volgens de beschrijving zijn we boven de boomgrens. Maar er staan nog steeds bomen, zij het wat verspreid, als ik aankom op wat dan echt de top is. Daar zijn de tv-mast, houten gebouwtjes, en een indrukwekkende varde. Groot en rond en mooi, ja.
En de E6 naar Bardufoss ligt in het noordwesten, stel ik trots vast.
De tocht naar beneden is natuurlijk een fluitje van een cent. Behalve dat wat steil omhoog is ook steil naar beneden is. Niet struikelen. Er staat een meiboom (denk ik) in bloei. De geur van geluk. De varens zijn nog niet geel. Ik ben in topvorm.
Twee dagen later staat in de krant dat nu ook een kindercrèche de Holtet heeft getrotseerd.
Correctie: die crèche ging waarschijnlijk de lagere en vriendelijker berg Sjupynten op.