Hålogaland tegen hullie
Vanavond is er geen noorderlicht te zien, en geen sterren. De lucht heeft een mistige oranje gloed. De boomtakken zijn nog wit na een dag sneeuwen en weinig wind. De eerste sneeuw!
Dan gaat er niets boven Bardu. Behalve dan de rest van de provincie Troms, nagenoeg de hele provincie Finnmark, Jan Mayen en Svalbard/Spitsbergen. Maakt niet uit, dat is ook allemaal Hålogaland. Proef dat woord: Hooh-loeoe-gaa-land. ‘Het land van het noorderlicht’, volgens een poëtische, en helaas onwaarschijnlijke, uitleg. Meer bewijs is er voor de verklaring ‘Zij die zich heilig tot strijd verplichten’.
Ik ben een echte noorderling, altijd geweest. In Groningen ben ik al wat getraind in die boeiende combinatie van trots en vooroordeel. Namelijk onze trots en hullie hun vooroordeel. Wij zijn trots op onze natuur, volksaard, taal, tradities etc, en verenigen ons graag tegen hullie bevooroordeelde randstedelingen, die ons maar een onbehouwen, plat pratend boerenvolkje vinden. Minder belangrijk is of hullie ons echt zo zien- waar het om gaat is dat wij dat geloven. Haagse bluf, puh.
Toen gingen we in Noorwegen wonen, let wel: in Noord-Noorwegen, en bleken noorderlingen en randstedelingen eigenlijk een grote gezellige familie. Landsdeel met een ongekend mooie natuur, rijke cultuur, en groot innerlijk verzet tegen alles wat niet Noordnoors is. Zuiderlingen, of nog erger: Oostlanders, uit Oslo en omgeving, puh. Hullie zetten zomaar een enorm operagebouw neer in de hoofdstad, terwijl hier de wegen erbarmelijk zijn en de gezondheidszorg achteruit holt. Hullie denken dat wij dom zijn, maar ondertussen komen veel inkomsten uit ons landsdeel! etc.
Een voorlopig dieptepunt in de noord-zuid-relaties is het niet doorgaan van de Olympische Winterspelen in 2018 in Tromsø. Voorstanders hadden graag de mogelijkheid gegrepen die zo’n mega-evenement biedt: aanleg van sportfaciliteiten, transportmogelijkheden, en vooral: hullie laten zien dat ook wij best iets groots kunnen organiseren. Maar tegenstellingen binnen de Noorse Sportbond en vooroordelen van hullie deden de winterspelen de das om. Alles wat er nog nodig was, was het bekend worden dat de Spelen zo’n tien miljard kronen (1,25 miljard euro) duurder zouden worden dan de organisatie Tromsø 2018 had ingeschat. Net een paar dagen voordat de Sportbond om een staatsgarantie zou vragen. Dat was de aanleiding die krachten binnen de Sportbond zochten om alles af te blazen, vinden velen.
Een paar dagen later werd de groep ‘Republiek Hålogaland’ opgericht op Facebook. Initiatiefnemer Håkon Winther schrijft:
– Tweehonderd jaar is Noord-Noorwegen over het hoofd gezien en besmaald door de overheden in dit land. Worden we daar niet eens zat van?
Hij verwijst naar grote bedrijven die het landsdeel kwamen leegvissen. Een zelfstandig gestuurde deelstaat heeft grote mogelijkheden, vindt Winther, bijvoorbeeld op het gebied van traditionele (olie, gas) en duurzame (water-, wind- en getijdenkracht) energiebronnen en vis, goede samenwerking met Rusland, toekomstige belangrijke vaarroutes in het Noordpoolgebied. Hij is niet de enige, nu eind oktober heeft de groep 7730 leden. De woede over de misgelopen winterspelen zit diep, net als de trots, blijkt bijvoorbeeld uit deze forumbijdrage:
– (…) ik zal dit NOOIT vergeten! En ja, ik houd alle zuiderlingen verantwoordelijk, en vooral de Oostlanders. (…) Ik ben zo ongelooflijk teleurgesteld dat vooral de Oostlanders niet konden accepteren dat ze geen Olympische Spelen in Oslo kregen, en in plaats daarvan Tromsøs kansen op alle mogelijke manieren tegenwerken. (…) Ik ben zo oneindig blij dat ik uit Noord-Noorwegen kom en ik zal hier blijven wonen tot de Dag des Oordeels.
Tot een gewapende strijd, heilig of niet, zal het niet snel komen. Wel is er een politieke partij opgericht met afsplitsing van het landsdeel als doel. Winther is zich ervan bewust dat dat een tikkeltje ambitieus is, maar toch. Tegen de NRK zei hij:
– We snappen best dat een afsplitsing heel lang kan duren. En dat is niet in het minst omdat mensen in het Oostland die iets weten van de noordelijke gebieden en de kust weten dat het land het zich niet kan veroorloven om ons los te laten. Maar ondertussen leren ze hun kinderen dat er ijsberen op straat lopen in Tromsø. Dat is om woest van te worden.